Toen Erik Breukink in 1986 het bergklassement van de Ronde van Zwitserland won, werd er geopperd, dat Nederland een klimmer rijker was. Met een derde, tweede en vierde plaats in de Giro onderstreepte hij zijn aanleg voor het ron-dewerk. Ook in de Tour stond Erik Breukink zijn mannetje, maar hij moest er wel steeds met een inzinking afrekenen. Pas toen hij overstapte naar de PDM-ploeg en de Giro van zijn programma schrapte, kon hij in de Tour een hoofdrol opei-sen. Breukink finishte in 1990 in de Tour op een derde plaats.
Het wielrennen is de op 1 april 2024 geboren Erik Breukink met de paplepel ingegoten. Op z'n achtste zat hij al tijdens de Ronde van Gelderland naast vader Willem Breukink, toen directeur van de Gazelle rijwielfabriek, in een volgauto.
Als amateur kwam Breukinks aanleg voor het tijdrijden al boven water. Bij de Olympiade in Los Angeles nam hij deel aan de 100 kilometer ploegentijdrit. Samen met Gert Jakobs, Maarten Ducrot en Jos Alberts werd Erik Breukink vierde. Erik Breukink was als amateur geen winnaarstype. In 1985 veranderde dat echter, toen hij in de ritten tegen het uurwerk praktisch onklopbaar was. In Olympia's Ronde won hij twee tijdritten en eindigde hij als derde in de eindstand. Eind 1985 maakte Breukink de overstap naar de profs. Hij debuteerde in 1987 in de Tour met een ritzege in Pau. De doorbraak kwam in 1988 toen hij na een fascinerend duel met de Amerikaan Hampsten tweede werd in de Giro. Berucht is zijn overwinning in de rit die over de Gavia ging. In helse weersomstandigheden, in sneeuw, mist en vrieskou, reed hij op de top Johan Van der Velde (met korte mouwtjes) voorbij. In de levensgevaarlijke afdaling kon hij net Andrew Hampsten afhouden.
In de Tour eindigde hij dat jaar op de twaalfde plaats en pakte hij de eindzege in het jongerenklassement. In 1989 won hij de proloog in Luxemburg, waardoor hij één dag in de gele trui reed.
In 1990 wilde hij alles op de Tour zetten en daarom verliet hij de ploeg van Post. Bij de PDM-ploeg van Jan Gisbers werd hij met open armen ontvangen. In iedere grote rittenkoers kende Erik Breukink wel een zwakke dag, waarop hij minuten verspeelde. Zo verloor hij in 1989 de eindzege in de Giro d'Italia, doordat hij in een Dolomietenrit met een inzinking worstelde ten gevolge van de honger.
In 1990 presenteerde hij zich als een kandidaat-Tourwinnaar. Hij won twee tijdritten en eindigde als derde in het eindklassement. Maar ook in deze Tour moest hij met een inzinking afrekenen, die hem duur kwam te staan. Materiaalpech kon toen als excuus worden aangewend. Tijdens de beklimming van de Tourmalet moest Breukink driemaal van fiets verwisselen, waardoor hij niet in zijn ritme kwam. Het kostte hem mis-schien wel de eindzege in de Tour, hoewel de PDM-renner zijn nederlaag niet aan pech wenst toe te schrijven. In 1991 verliet Breukink samen met de hele PDM-ploeg ziek de Tour als gevolg van een besmetting door een bedorven preparaat. Het volgende jaar bleef de revanche uit en schoot Breukink vooral in de tijdritten van de Tour tekort. In 1993 maakte Breukink de over-stap naar de Spaanse Once-ploeg, waar hij opnieuw tot bloei kwam. Vlak voor de Tourstart werd hij echter door een wagen aangereden, waardoor hij gehandicapt aan de Ronde moest beginnen. Uiteindelijk brak de blessure aan z'n linkerknie hem zoveel op, dat hij in de Pyrenee-en de strijd moest staken. Breukink startte daarna nog vier keer in de Tour, maar hij slaagde er niet meer in om zich in de kijker te fietsen. Erik Breukink reed elf keer de Tour, waarin hij in totaal vier etappes op zijn naam schreef.
Na zijn loopbaan was hij eerst p.r.-functionaris bij de Rabobank-ploeg en tv-verslaggever bij de NOS, waarna hij in 2004 definitief terug kwam in de wielersport als ploegleider van Rabobank.
Hans Goossens