Jan Plantaz werd door journalisten "een pure overwinningsfabrikant" genoemd! Niet alleen omdat hij rap was, maar ook een voortreffelijk achtervolger.. Daarbij won Plantaz als amateur, zowat alles wat er maar te winnen viel. Niet alleen op de baan, maar ook op de weg.
Toch wist hij geen naamsbekendheid op te bouwen.In 1949 won hij het Kampioenschap van Brabant en in 1953 reed hij mee in de Ronde van Luxemburg. Hij won verschillende etappes, maar in de laatste etappe kreeg hij pech aan zijn derailleur en werd gelost. De eindoverwinning ging aan hem voorbij, net als in 1952 in de Ronde van West-Vlaanderen voor amateurs.
In 1953 koos Plantaz voor de proffesionals, maar daar ontdekte hij dat hij het niet meer voor het zeggen had. Daar ging het niet meer om de beste, maar om de machtigste! Je kon je eigen koppelgenoot niet meer kiezen en je salaris werd bepaald door de baandirectie.
Joris van den Berg had al gezegd: "Plantaz is voor dat milieu té netjes, té fatsoenlijk!". Plantaz wilde zich dan ook niet aan de wetten, die op de baan golden, houden en zodoende kreeg hij de naam koppig te zijn. Hij werd steeds "gepasseerd" en een vaste koppelgenoot vond hij niet. Als prof won hij slechts een keer een Zesdaagse, nl. in 1960 te Antwerpen.
In 1962 hield hij het voor gezien en als 31 jarige beëindigde hij zijn profcarrière. In februari 1974 viel Jan tijdens een trainingsrit van zijn wielerclub. Een hartaanval.......hij overleed ter plekke. Jan Plantaz werd 43 jaar.