Jan Goessens was een mooi voorbeeld van een typisch Oost-Vlaamse wielrenner: getraind hardrijder door een voorgeschiedenis van kermiskoersen maar evenzeer in staat om een aardige heuvel op te fietsen. Bewijs daarvan was zijn winst in een natour-criterium op de Muur van Geraardsbergen. Jan woekerde helaas te vaak onbezonnen met de krachten. Daardoor greep hij meermaals naast een klinkende overwinning.
In Parijs-Tours van 1989 werd het bij avondschemering en na een lange, zware solotocht op de meet met centimeters geklopt door sprinter Peter Pieters, met een aanstormend peleton in zijn zog. Jan werd erg ontgoocheld 2e, te meer omdat hij zich had verkeken op het fout opgestelde finish-spandoek.
Een jaar later was Jan opnieuw op een zucht van winst. In de Amstel Gold Race sprong hij met Luc Roosen op 3 km van de streep weg uit het peleton. Ploegmaat Adrie Van der Poel sprintte aan kop van het peleton in de laatste meters over het tweetal heen. Jan werd 4de. Jan was steeds een trouwe luitenant van zijn kopmannen. Zo haalde hij in het Belgisch kampioenschap van 1989 in volle finale alle aanvallers terug zodat zijn ploegmaat Carlo Bomans volop zijn kans kon gaan aan de finish. De tactiek slaagde.
Jan Goessens was geen goed ronderenner, maar een goed 'buschauffeur'. In de bergritten nam hij vaak het pak op sleeptouw om binnen de tijdslimiet binnen te lopen. In kleinere rondes op een heuvelachtig parcours voelde Jan zich meer thuis. Zo won hij in de Ronde van Luxemburg in 1989 op spectaculaire wijze de derde rit van Walferdange naar Mondorf. Jan, streekgenoot van ex-profwielrenners Hendrik Redant, Patrick Roelandt en Marc Sergeant, keerde na zijn wielerloopbaan terug naar zijn oude métier: postbode. Hij was dé Ludo Dierckxssens van zijn tijd. Hij was van een soort hout waaruit nu nog weinig coureurs zijn gesneden.
Steven Roeland