De locomotief van het peloton. Eén blok macht. Hij had een robuuste lichaamsbouw en kwam misschien wat bruut in de omgang over, maar in werkelijkheid had hij een klein hartje. Demeyer (Avelgem, 19-4-2024) was zeer suc-cesvol bij de junioren tot een botsing met een auto in een koers in Moen hem bijna zijn been kost. Na lang revalideren wint hij bij de amateurs twee ritten in de Vredeskoers (4e algemeen) en de Ronde van Vlaanderen. Dat hij pas reserve is voor de tijdritploeg op het WK in Mendrisio ontgoochelt hem hevig.
Hij wacht dan ook niet tot de Olympische Spelen van 1972 en maakt de overstap naar de profs. Briek Schotte haalt hem binnen bij Flandria. Hij tekent ’s ochtends zijn contract en wint ’s middags Dwars door België. De dag daarna wint hij in Fayt-Le Franc.
Bij Flandria ontpopt hij zich, samen met Michel Pollentier tot meesterknecht van Freddy Maertens. Hij rijdt kilometers op kop, rijdt gaten dicht, trekt sprints aan en is met zijn brute natuurkracht onweerstaanbaar op kasseien.
Als Maertens er eens een keertje niet bij is kan hij zijn eigen gang gaan. Zo wint hij in de Tour van 1973 het klassement van de ‘knelpunten’.
In 1974 wordt hij derde in Parijs – Roubaix en zesde in de Ronde van Vlaanderen. In Parijs – Brussel begint hij aan een lange solo. De grote kleppers gaan in de achtervolging, maar krijgen hem niet meer te pakken. Demeyer wint met zes seconden voor Roger De Vlaeminck.
In 1975 wordt Marc derde in de Ronde van Vlaanderen en vierde in Parijs – Roubaix, geklopt in de sprint door De Vlaeminck, Merckx en André Dierckx. In de Ronde van Frankrijk wint hij voor de tweede keer het klassement van de ‘knelpunten’.
In 1976 komt Lomme Driessens bij Flandria als ploegleider. Nu wordt er nog meer dan voorheen, en met succes, het accent op het kopmanschap van Freddy Maertens gelegd. De Flandria’s domineren het peloton. In de Ronde van Vlaanderen heeft Maertens met Demeyer als enige een knecht in de kopgroep van vijf. Maar omdat hij rivaliseert met De Vlaeminck laten de twee kampioenen zich wegzakken. In de sprint wordt Marc Demeyer geklopt door Walter Planckaert en Francesco Moser.
In Parijs – Roubaix verlaat Maertens door een valpartij al vroeg de koers. Marc Demeyer gaat de finale in met Moser, De Vlaeminck en Hennie Kuiper, alle vier specialisten op kasseien. Hij had de stenen het best verteerd en verslaat ze op de wielerbaan in Roubaix. Flandria kan ook winnen zonder Freddy Maertens.
Dat blijkt ook in de Ronde van Italië van 1977 als Maertens door een val in Mugello uit koers is. Michel Pollentier wint die Giro en Marc Demeyer is succesvol in de ritten naar Vicenza en Gemona Friuli. Hij klopt twee keer supersprinter Marino Basso in een massasprint.
In Parijs – Brussel komt Demeyer zeven seconden te laat om Ludo Peeters nog te pakken te krijgen.
Marc Demeyer is weer superknecht voor Freddy Maertens in de Tour de France, wat hem niet belet om Jan Raas te verslaan in de sprint in Belfort. Pollentier moet door een doping-schandaal de Tour verlaten en ook Maertens is al verschillende keren gepakt. Demeyer houdt zich robuust staande in deze ‘apotheek’.
Maertens is geen schim meer van de renner die hij was, dus Demeyer kan zijn kansen gaan: Hij wint een Tourrit, tweede in de Ronde van Vlaanderen, derde in het Kampioenschap van Zürich, vierde in de Waalse Pijl, vierde in Gent - Wevelgem, achtste in Parijs – Roubaix, negende in Het Volk.
Dan valt het fameuze trio Maertens, Demeyer, Pollentier uit elkaar als Flandria failliet gaat. Marc Demeyer tekent een contract bij IJsboerke. Hij wordt vijfde in Vlaanderen en in Roubaix, waar hij ook het jaar daarop vijfde wordt.
Hij geraakt in persoonlijke en financiële problemen en is dan ook erg blij dat hij voor 1982 een contract krijgt bij Splendor. Helaas komt hij niet meer aan koersen toe. Op 20 januari wordt hij dood in zijn bed aangetroffen als gevolg van een hartstilstand.
Hans Goossens
De locomotief van het peloton. Eén blok macht. Hij had een robuuste lichaamsbouw en kwam misschien wat bruut in de omgang over, maar in werkelijkheid had hij een klein hartje. Demeyer (Avelgem, 19-4-2024) was zeer suc-cesvol bij de junioren tot een botsing met een auto in een koers in Moen hem bijna zijn been kost. Na lang revalideren wint hij bij de amateurs twee ritten in de Vredeskoers (4e algemeen) en de Ronde van Vlaanderen. Dat hij pas reserve is voor de tijdritploeg op het WK in Mendrisio ontgoochelt hem hevig.
Hij wacht dan ook niet tot de Olympische Spelen van 1972 en maakt de overstap naar de profs. Briek Schotte haalt hem binnen bij Flandria. Hij tekent ’s ochtends zijn contract en wint ’s middags Dwars door België. De dag daarna wint hij in Fayt-Le Franc.
Bij Flandria ontpopt hij zich, samen met Michel Pollentier tot meesterknecht van Freddy Maertens. Hij rijdt kilometers op kop, rijdt gaten dicht, trekt sprints aan en is met zijn brute natuurkracht onweerstaanbaar op kasseien.
Als Maertens er eens een keertje niet bij is kan hij zijn eigen gang gaan. Zo wint hij in de Tour van 1973 het klassement van de ‘knelpunten’.
In 1974 wordt hij derde in Parijs – Roubaix en zesde in de Ronde van Vlaanderen. In Parijs – Brussel begint hij aan een lange solo. De grote kleppers gaan in de achtervolging, maar krijgen hem niet meer te pakken. Demeyer wint met zes seconden voor Roger De Vlaeminck.
In 1975 wordt Marc derde in de Ronde van Vlaanderen en vierde in Parijs – Roubaix, geklopt in de sprint door De Vlaeminck, Merckx en André Dierckx. In de Ronde van Frankrijk wint hij voor de tweede keer het klassement van de ‘knelpunten’.
In 1976 komt Lomme Driessens bij Flandria als ploegleider. Nu wordt er nog meer dan voorheen, en met succes, het accent op het kopmanschap van Freddy Maertens gelegd. De Flandria’s domineren het peloton. In de Ronde van Vlaanderen heeft Maertens met Demeyer als enige een knecht in de kopgroep van vijf. Maar omdat hij rivaliseert met De Vlaeminck laten de twee kampioenen zich wegzakken. In de sprint wordt Marc Demeyer geklopt door Walter Planckaert en Francesco Moser.
In Parijs – Roubaix verlaat Maertens door een valpartij al vroeg de koers. Marc Demeyer gaat de finale in met Moser, De Vlaeminck en Hennie Kuiper, alle vier specialisten op kasseien. Hij had de stenen het best verteerd en verslaat ze op de wielerbaan in Roubaix. Flandria kan ook winnen zonder Freddy Maertens.
Dat blijkt ook in de Ronde van Italië van 1977 als Maertens door een val in Mugello uit koers is. Michel Pollentier wint die Giro en Marc Demeyer is succesvol in de ritten naar Vicenza en Gemona Friuli. Hij klopt twee keer supersprinter Marino Basso in een massasprint.
In Parijs – Brussel komt Demeyer zeven seconden te laat om Ludo Peeters nog te pakken te krijgen.
Marc Demeyer is weer superknecht voor Freddy Maertens in de Tour de France, wat hem niet belet om Jan Raas te verslaan in de sprint in Belfort. Pollentier moet door een doping-schandaal de Tour verlaten en ook Maertens is al verschillende keren gepakt. Demeyer houdt zich robuust staande in deze ‘apotheek’.
Maertens is geen schim meer van de renner die hij was, dus Demeyer kan zijn kansen gaan: Hij wint een Tourrit, tweede in de Ronde van Vlaanderen, derde in het Kampioenschap van Zürich, vierde in de Waalse Pijl, vierde in Gent - Wevelgem, achtste in Parijs – Roubaix, negende in Het Volk.
Dan valt het fameuze trio Maertens, Demeyer, Pollentier uit elkaar als Flandria failliet gaat. Marc Demeyer tekent een contract bij IJsboerke. Hij wordt vijfde in Vlaanderen en in Roubaix, waar hij ook het jaar daarop vijfde wordt.
Hij geraakt in persoonlijke en financiële problemen en is dan ook erg blij dat hij voor 1982 een contract krijgt bij Splendor. Helaas komt hij niet meer aan koersen toe. Op 20 januari wordt hij dood in zijn bed aangetroffen als gevolg van een hartstilstand.
Hans Goossens