De eerste keer dat Fons De Wolf (Antwerpen, 22-6-2024) goed in de belangstelling kwam van een breed publiek was nog in zijn amateurtijd, toen hij lang voorop reed in het wereldkampioenschap van 1978 maar net voor de meet weer werd bijgehaald. De kenners wisten al wie hij was: kampioen van België en winnaar van Parijs – Roubaix. Lomme Driessens herkende het talent en was er rap bij. Hij haalde De Wolf naar de profs, naar Boule d´Or.
De klasse droop er vanaf. Zeer stijlvol op de fiets, vrijgezel en een mooie jongen. In zijn debuutjaar rijst zijn ster snel. In de klassiekers doet hij met de besten mee en in de Ronde van Spanje komt zijn talent tot volle ontplooiing: Hij wint vijf ritten en het puntenklassement.
In 1980 is hij een paar keer dicht bij de overwinning in een van de voorjaarsklassiekers. In het najaar is het in een koude en regenachtige Ronde van Lombardije voor het eerst raak. De Wolf is de beste man in koers en wint in de sprint meesterlijk van Alfredo Chinetti en Ludo Peeters. Een week later wint hij met Jean-Luc Vandenbroucke de Trofeo Baracchi. In het Super-Prestige klassement is hij tweede. In België wist men het zeker. De nieuwe Eddy Merckx was opgestaan.
In 1981 stapt hij over naar Vermeer-Thijs. Hij vond dat Lomme Driessens zich te veel bemoeide met zijn privé-leven.
‘Mooie Fons’, de opvolger van Eddy Merckx, maakt het waar in Milaan – San Remo. Vlak voor de top van de Poggio, op acht kilometer van de meet, demarreert hij en vliegt naar de overwinning op de Via Roma. Maar er was nog iemand van dezelfde lichting in België die uitstekend presteerde: Daniel Willems. Natuurlijk ontstaat er rivaliteit tussen de twee Belgische godenzonen. Het kost hen menige overwinning omdat ze vaak op elkaars wiel rijden. In de Ronde van Vlaanderen zijn ze de besten in koers, maar ze laten elkaar verliezen. Hennie Kuiper gaat er met de hoofdprijs vandoor.
De Wolf maakt zijn debuut in de Tour de France. Hij wordt elfde. Winnaar Bernard Hinault en vijfvoudig ex-winnaar Jacques Anquetil zijn het erover eens. Ze hebben een toekomstig Tourwinnaar aan het werk gezien.
In 1982 begint hij goed met een overwinning in de Omloop Het Volk. In Luik-Bastenaken-Luik is Fons De Wolf ‘outstanding’. Al op 80 kilometer van de finish begint hij met aanvallen. Hij woekert met zijn krachten. Iedereen verwacht dat hij solo in Luik zal aankomen, maar dat gebeurt niet. Met Contini, Mutter en Cricquielion gaat hij de finale in. De Wolf: ‘Het is niet altijd omdat je hard strijdt, dat je wint. Ik was die dag té goed. Het ging fout doordat iemand zijn woord had gegeven en gebroken. Criquielion was dat. Wij zouden elkaar in de kopgroep niet in de wielen rijden, maar één kilometer voor de meet sprong hij weg. Daarna heb ik nog verkeerd gespurt, op de veertien. Contini won.’
Ondanks dat hij in de Tour niet kan bevestigen krijgt hij een contract bij het grote Italiaanse Bianchi aangeboden. Alles lijkt goed te gaan als Fons voor de tweede keer achter elkaar de Omloop Het Volk wint, maar in de grote klassiekers stelt hij teleur. Hij had zich overgegeven aan ‘La dolce vita’. De Giro wordt drie keer niks en hoewel hij drie mooie semi-klassiekers wint, wordt zijn contract bij Bianchi niet verlengd.
Hij rijdt in 1984 voor Europ Decor de Tour de France en wint de rit naar Domaine de Rouret na een lange solo met meer dan zeventien minuten voorsprong.
In 1985 wordt hij met tegenzin door zijn werkgever Skala naar de Tour gezonden. Hij verschijnt te laat aan de start van de proloog en kan weer naar huis. In de Vuelta wint hij nog wel de rit naar Balneario de Panticosa, maar dit is veel te weinig voor een renner met zo’n fysieke mogelijkheden.
Hij blijft in het profpeloton tot 1990, meer als kermiscoureur dan als de nieuwe Merckx.
Hans Goossens