13 juli 1967.
Voor de start van de dertiende etappe Marseille-Carpentras stond Tourdokter Pierre Dumas op het perron van het Noailles-hotel, keek naar de zinderende blauwe lucht en zei: ,,Als er vandaag aan het spul zitten, vallen er doden."
13 juli 1967 was zo'n dag. Tom Simpson is gestorven, omdat hij ... Tom Simpson was! Een andere renner zou in dezelfde omstandigheden nooit zo ver zijn gegaan. Maar Tom was ambitieus, grenzeloos ambitieus. Die Tour de France wilde hij winnen. Op de Ventoux moest hij het wiel van Jan Janssen lossen. Zijn zevende plaats in het klassement en de eindzege kwamen in gedrang. Hij is toen helemaal over de rand gegaan... Zijn laatste woorden waren: "put me back on my bike"
Een week nadat Roger Pingéon de Tour 1967 had gewonnen, pakte de Londense krant The Daily Mail uit met het verpletterende bericht: "Tom Simpson was killed by drugs!" De lijkschouwing had uitgewezen dat de dood van Simpson het gevolg was van de ontzettende hitte, het gebruik van amfetaminen en alcohol.
Het bericht in The Daily Mail werd bevestigd door het Franse gerecht: Simpson was het slachtoffer geworden van doping. Barry en Helen Hoban praten moeilijk over de dood van Tom Simpson. "Tom wasn't a junky, zoals men achteraf heeft doen willen geloven."
Tom Vandenbussche
Die bewuste 13e juli 1967, werd een dramatische dag. Hier eindigt het verhaal van Tommy Simpson, de Engelse wielrenner die op de Mont Ventoux ineenstortte door een overdosis drugs. Vandaag de dag herinnert een monument aan de tragische gebeurtenis voor diegenen die de berg oprijden.
Een herinnering aan de kampioen voor de andere renners, een simbolische pelgrimplaats voor de motards, voor de automobilisten een plaats om efkes halt te houden.
Antonio Giancane