De Oekraïner Yaroslav Popovych, volledig ingeburgerd en gewend geraakt aan de Italianen (woont al drie jaar in Toscana en rijdt voor Landbouwkrediet-Colnago) is een jonge schitterend renner die meekan met de allerbesten van het peloton. Hij is sterk bergop en tegen de klok. Heeft grote fisische mogelijkheden en dat heeft hij ook laten zien in de Giro d'Italia 2003.
Antonio Giancane
11.08.2024 - Popovych (foto Giro 2003) kwam op 12-jarige leeftijd voor het eerst in contact met wielrennen, toen hij zich inschreef in de wielerschool van z'n geboortedorp in Oekraïne. Daarvoor had hij al gebokst, maar zonder succes. In het wielrennen lukte het wel. Al snel verhuisde Popovych naar Kiev, waar hij een stuk beter werd opgeleid. Op dat moment werd hij vooral gezien als een buitengewoon tijdrittalent.
In 1999 trok Popovych naar Italië voor een wedstrijd met de Oekraïnse nationale ploeg. Olivano Locatelli, de sportdirecteur van het Vellutex-Zoccorinese-team, merkte hem al snel op en bood hem een contract aan. Popovych tekende en ging in Toscane wonen. In het kleine ploegje ontpopte hij zich tot de beste belofte van het peleton. In 2000 en 2001 samen behaalde hij niet minder dan 36 overwinningen, waaronder Parijs-Roubaix, de Wereldbeker en het Wereldkampioenschap (allemaal voor beloften uiteraard)
Vooral de zege in Roubaix was heel bijzonder. Voor Popovych was het namelijk de eerste maal dat hij aan een kasseienklassieker deelnam. Ook op dit soort parcours kan hij dus z'n mannetje staan. Op het WK voor junioren in Lissabon trok hij in de aanval op vier ronden van het eind. In de laatste ronde schudde hij z'n laatste rivaal, de Italiaan Giampaolo Caruso, als laatste af. De rest van het deelnemersveld eindigde op meer dan anderhalve minuut.
Popovych was duidelijk klaar voor de overstap naar de profs, die hij in 2002 dan ook maakte. Hij debuteerde bij Landbouwkrediet-Colnago, en ontgoochelde niet. In het voorjaar won hij in Kroatië de Trophy Porec (1.5), daarna reed hij richting 35e plaats in de Ronde van Romandië. De echte doorbraak kwam er enkele weken later in de Giro. In de zesde rit ging hij mee in een ontsnapping, waardoor hij in de stand opschoof naar de derde plaats. Daarna hield hij knap stand in het gebergte. Het leverde hem de 12e plaats in de eindstand én de trofee voor beste jongere op.
Ook later op het jaar bleef Popo knap presteren. Eind juli reed hij een erg goeie ronde van het Waalse Gewest, in augustus was hij met groot overwicht de beste in de GP Genève. Ook in de Italiaanse najaarskoersen reed hij een heleboel ereplaatsen bijeen. Hij beïndigde z'n eerste seizoen bij de profs meteen in de top-100 van het UCI-klassement.
En ook dit jaar gaat de ontbolstering van Popovych onverminderd voort. In de Giro presteerde hij erg regelmatig (in elke bergrit in de toptien) wat hem op een zucht van de tweede plaats in de eindstand bracht. Pas in de slottijdrit moest hij z'n meerdere erkennen in Stefano Garzelli. Het podium haalde hij dus wel, een onwaarschijnlijk succes voor Popovych én z'n Landbouwkrediet-ploeg.
Volgens enkele Italiaanse grootheden zoals Giuseppe Saronni en Franco Ballerini is Popovych volgend jaar één van de beste renners van het peleton. Vooral z'n inzet op training wordt alom geprezen. Popo heeft kort gezegd alles om binnen enkele jaren het nummer één van de wereld te zijn.
Willem Vandoorne